Dit is een kort verhaal geschreven in april/mei 2020. De uitgangspunten: een boot, een pandemie, zijn waar. De rest is fictie. Elke overeenkomst met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval.
Leestijd ongeveer 10 minuten.
FF een weekje weg met de jongens
-“Zeiljacht Dutchman, goedemorgen, zeg het maar“;
-“Goedemorgen, hier zeiljacht Dutchman, wij willen graag een schutting naar binnen“;
-“Ik ga de stuurboord sluis voor u draaien; Met hoeveel personen bent u aan boord?; Waar komt u vandaan en wat is uw bestemming”?
Elk jaar zeil ik een weekje met de jongens. We zeilen in Zeeland, het IJsselmeer en Frankrijk. Toen ik een jaar geleden ja zei tegen de aanschaf van een zeilboot op de Middellandse Zee, leek me dat een spannend maar goed idee. Het lukte me zelfs om al een week met de jongens te zeilen in de Med voor ik formeel eigenaar was.
Ik heb een fantastisch schip gekocht, een Breehorn 44. Het schip is wel relatief nieuw voor mij, er zijn nog enkele kleine gebreken en ik wil wat aanpassingen doen. Ik wil graag in etappes terug naar Nederland zeilen. Het plan is te gaan varen van Preveza (Griekenland) naar Palermo (Sicilië, Italië). Daar een crewwissel, de jongens terug naar huis, ik verder naar Spanje met mijn vrouw en onze twee grote pubers (18 en 16) met elk een vriendje mee.
Dat jongens moet ik misschien een beetje nuanceren. Toen we elkaar 25 jaar geleden leerden kennen waren we dat. Nu is onze vrijheid zorgvuldig ingekapseld in huwelijken, hypotheken, kinderen en banen of bedrijven. Maar als we aan boord zijn, doen we alsof we nog studeren: Whatever happens on the boat, stays on the boat! Tot op zekere hoogte gaat dat redelijk. Wel is de prioriteit verschoven van discotheek naar restaurant, de katers lijken wat steviger, het lijf net wat minder soepel, maar goed, we doen het wel.
Griekenland
Dit jaar fietst het Coronavirus er doorheen. We gaan van het-zal-wel-overwaaien naar als-het-maar-op-tijd-weg-is naar het-zal-toch-niet. Uiteindelijk kunnen we bijna volgens planning vertrekken. De meivakantie met mijn gezin was wel geannuleerd door het virus. Dus 1,5 week voor het vertrek met de jongens ben ik al naar Preveza gegaan met mijn vrouw. In Nederland hebben we het hamsteren overgeslagen, in Griekenland halen we ons gram. We bereiden de boot voor alsof het een oceaanoversteek betreft. Dat is een tic die we hebben overgehouden aan ons rondje Atlantic, een aantal jaren gelden. De boot is spic en span en tot de nok toe gevuld. Mijn vrouw vliegt naar huis, tot over een week; de mannen stappen aan boord.
Carst is werfeigenaar en de vader van drie zonen. Hij is een late vader, wat heet: zijn jongste is net uit de luiers en mijn oudste bijna uit huis. Misschien ben ik ook wel een relatief jonge vader. Het is een feest om hem aan boord te hebben, de rust zelve en altijd humor. Maarten is mijn oud-huisgenoot en onze glamourboy. Alle mannen en vrouwen vallen onmiddellijk voor hem. Laten we zeggen dat social distancing niet in zijn comfortzone zit. Simon plakt aan het pluche van zijn bankiersstoel. Niet alleen zijn omvang is legendarisch, dat is ook zijn scherpe Rotterdamse tong. Grootste man, grootste mond, kleinste hartje.
Kort na aankomst van ons laatste bemanningslid vertrekken we. Het is prachtig weer, zonnetje, wind, iedereen blij. De tocht naar Sicilië duurt tweeënhalve dag. De diensten zijn verdeeld en we hebben een tocht uit het boekje. We zeilen door de Straat van Messina, vangen en passant nog een tonijntje en gaan voor anker bij één van de Eolische eilanden. We genieten van het rijke leven en lessen onze dorst.
Na enkele dagen gaat de spijker uit de grond en zetten we koers naar Palermo. Onze telefoons verraden de nabijheid van Sicilië. We zijn nog niet helemaal van God en het thuisfront los en slaafs controleren we de oorzaak van de piepjes. Het duurt even tot de betekenis van alle losse berichten tot ons doordringt. Er is een tweede golf besmettingen ontdekt in Italië, waar ze toch al zo de bibbers hebben van het virus. Pardoes heeft het land besloten dat vanaf vanavond middernacht alle havens en vliegvelden dicht gaan. Het is halfvier ’s middags, morgen landt mijn vrouw met de pubercrew, met hetzelfde vliegtuig gaan de jongens terug naar Nederland.
We hebben nog twee uur te gaan tot Palermo, tijd voor palaver. Maar eerst moet er gebeld worden met het thuisfront. De heren krijgen uiteenlopende opdrachten mee. Voor mij is het helder, mijn verse bemanning kan voorlopig niet naar Italië en ik heb geen trek in een Siciliaanse quarantaine. Ik vaar door, liever niet alleen, ik ben namelijk geen groot fan van solo zeilen. Maarten wil naar huis, hij belt alle servicedesks van alle vliegvelden en luchtvaartmaatschappijen. Simon doet een rondje internet. Carst pakt een biertje en we bespreken de opties: een laatste vlucht of Ibiza, here we come?
We gaan naar Palermo. Simon vertelt zijn relaas. Geen internet opties, alles schluß. De servicedesks blijken toch anders te werken dan de naam doet vermoeden; er wordt vaak niet eens opgenomen. Maarten is koppig, hij gaat van boord en gokt op zijn charmes bij de dames achter de incheckbalie. Simon en Carst kiezen voor de extended trip en gaan mee naar Ibiza.
Ik moet nog wel de voorraden aanvullen. We zijn niet heel zuinig geweest met water en één van de gebreken is dat de watertank lekt. Deze kan maar voor de helft gebruikt worden en bij te veel helling over bakboord loopt deze langzaam leeg in de bilge. Een volle dieseltank is ook wel prettig en een bepaald product in blikjes van 30 cl is ook tamelijk hard gegaan. Bedenk daar nog wat verse spullen en flessen water bij dan zijn we ready to go.
Het is bijna zeven uur als we eindelijk afmeren aan het dieseldok, er willen meer boten weg. Carst en Simon sprinten van boord, gewapend met Google maps en een Albert Heijn tas. Maarten pakt zijn spullen en vertrekt naar het vliegveld. Eindelijk is de boodschappen crew er weer. Ze duwen ieder met veel kabaal een boodschappenwagen over de steiger. Er zit alles in wat ik gevraagd heb. Simon heeft nog wat extra biertjes -zes trays- en bijbehorende snacks in de kar gegooid. Better safe than sorry.
Redding
Om halftien varen we tussen de havenhoofden weer naar buiten. Het grootzeil gaat omhoog, de motor blijft nog even aan, er staat maar weinig wind. We zetten een koers uit langs de kust zodat we nog even binnen telefoonbereik blijven. We brengen het thuisfront op de hoogte van de status. De zon verdwijnt langzaam en we zien nog een vliegtuig overvliegen. Zou het Maarten gelukt zijn? Heeft hij het geritseld of zit hij straks weken vast op dit eiland? Het display van mijn telefoon geeft uitsluitsel. Maarten belt.
Mission failed. De milde paniek van vanmiddag heeft plaats gemaakt voor rode stress. Het vooruitzicht van eenzame opsluiting in een corona gebied is niet heel aantrekkelijk voor hem. Hij wil naar de haven komen maar wij zijn al lang weg. Ik heb geen trek om terug te gaan en vervolgens collectief vast te zitten. Maar ja, samen uit, samen thuis.
Ik zeg tegen Maarten dat hij een taxi moet pakken naar een baai niet ver van ons vandaan, zijn locatie moet delen op z’n telefoon en zwaaien met het verlichte telefoondisplay op het strand. We zetten koers naar de baai en maken de dinghy gereed. Het is onmogelijk om tegen het licht van het eiland een telefoontje te ontwaren. We bellen en verlichten onze zeilen. Uiteindelijk lijken we elkaar gevonden te hebben. Het is inmiddels kwart over elf. Ik wil weg uit deze kustwateren. Carst planeert met de dinghy naar het strand, binnen enkele seconden is hij verdwenen in de nacht. Maarten stuurt telefonisch het knipperende hoofdlampje naar de juiste plek op het strand. Om kwart voor twaalf is het hele spul weer aan boord en hangt de bijboot in de davits.
We zetten direct koers weg van het eiland. De autoriteiten hebben gelukkig andere zaken aan hun hoofd, we worden met rust gelaten. Maarten doet relaas van zijn mission impossible. Laten we zeggen dat hij niet de enige was op het vliegveld. Het maakt allemaal niet uit, sommigen kunnen de kans op een snelle oplossing niet laten liggen. Ik ben blij dat we weer compleet zijn. Ik hoop maar dat hij daar alleen zijn vliegtuig heeft gemist en geen virus opgehaald. Langzaam wordt de sfeer weer jolig, we leggen Maarten uit dat hij nu echt te oud wordt om op zijn charmes te kunnen vertrouwen. We doen ons een beetje te goed aan Simon’s inkopen en de spanning ontlaadt zich. De climax komt in de vorm van de Vengaboys, Going to Ibiza.
Het eerste rak, net onder Sardinië door, is veelal motorwerk. Er is maar weinig wind en ook weinig lust aan boord om alles uit de zeilen te halen. Het is vooral de dag na de avond ervoor. Als we binnen netwerkbereik van Sardinië komen, is er weer werk aan de winkel. Berichten en e-mails stromen binnen. Het plan is om de beoogde crewwissel van Sicilië nu op Ibiza uit te voeren.
IJverig zie en hoor ik iedereen naar vliegtickets zoeken, ik laat het een beetje langs me heen gaan. Ik blijf toch aan boord en ik kan zo een beetje rustig nadenken en plannen. Ergens in mijn achterhoofd knaagt het. Wat is de catch, wat mis ik? Plotseling bedenk ik me dat ‘Schengen’ samen met onze andere burgerrechten vrij achteloos overboord is gegooid door alle regeringen afgelopen voorjaar. Alle EU binnengrenzen sloten ineens. Wat hebben de Spanjaarden gedaan met de jongste opleving van de Italiaanse epidemie? Google is your friend, maar het antwoord is niet altijd leuk. Weer dicht. Palaver.
Ons motto is: je moet het geluk een kans geven. Een vrijbrief voor ongegeneerd opportunisme, maar wel leuk. Boter bij de vis, wat gaat het worden mannen? We hebben geen tijd voor een uitgebreide contemplatie, graag beslissen voor we buiten 4G bereik van Sardinië zijn. Ze willen het thuis ook wel weten. We besluiten koers te houden naar de Balearen maar nog geen tickets te kopen, we zijn wel Nederlandse opportunisten. Thuis wordt er zwijgzaam ingestemd.
Als er al iemand enige illusie had dan is dat nu voorbij. Ruim 50 mijl voor Ibiza krijst de marifoon: “Sailing yacht Dutchman, sailing yacht Dutchman, this is the Spanish coastguard on channel one-six”. De Guardia Civil heeft ons gevonden en is niet van plan los te laten. De AIS heeft ons bezoek aan Italië verraden en ons wordt de toegang tot Spanje ontzegd. Na uren bedelen, smeken en heimelijk vervloeken over de marifoon krijgen we het ongelooflijk fijne aanbod om drie weken voor anker in quarantaine te gaan in een onbeschutte baai. In Nederland weet nog niemand iets en wij houden maar weer eens palaver.
Laatste rak
Tijd voor licht aan het eind van de tunnel, we dreigen een echte Dutchman te worden waarvan de bemanning nergens meer aan land mag. De jongens zitten er doorheen. We zitten samen in de kuip, ik gooi de knuppel in het hoenderhok: “in drie weken zijn we ook bij de sluis in Hansweert.” Drie paar ogen staren me ongelovig aan. De stilte lijkt minuten te duren. De blikken van de mannen zoeken elkaar en soms kijken ze even vertwijfeld naar mij. Vraag ik nu te veel van mijn crew? “Dan is het maar goed dat ik een paar blikjes extra meegenomen heb in Palermo”, redt Simon mij. Ik lach opgelucht: “ik ben blij dat je zo snel de prioriteiten weer op orde hebt”. Carst begint ook voordelen te zien. Het is bij hem thuis niet altijd even makkelijk en er zijn ergere straffen dan een flink potje zeilen. Maarten is een ander verhaal. Hij wilde natuurlijk al eerder van boord en de ruimte om individueel af te wijken is er nu niet. Dat kost nog even wat tijd.
Ik heb zelf eigenlijk wel zin in een flinke zeiltocht. Het klinkt misschien een beetje vreemd maar ik ben ergens ook wel blij. Blij dat we fijn kunnen zeilen en straks de boot in Nederland hebben. Langzaam verschuift de focus aan boord van wat naar hoe. Hebben we alles aan boord, denken we dat we het kunnen, hoe gaan we de taken verdelen? Daar komen we wel uit, alleen weet er nog niemand thuis iets van deze nieuwe situatie en we zijn nog dik buiten mobiele telefoon bereik. We melden de kustwacht dat we verder zeilen en de Balearen aan stuurboord zullen laten liggen. Na enige stilte wenst de Guardia Civil ons fair winds toe. We zeggen maar niet wat we hen toewensen.
Nu we de koers hebben verlegd in zuidwestelijke richting hebben we een knoop of tien bakstag wind. Dat is eigenlijk net te weinig voor ons schip. Het gerol op de golven is irritant zo, we hebben meer druk in de zeilen nodig. Ik duik naar beneden en graaf een grote zeilzak onder het bed vooronder vandaan. Als ik het ding door de kajuitopening de kuip in pers beginnen Maarten’s ogen weer te glimmen: “Had maar eerder gezegd dat je zo’n ding aan boord hebt”. “Wat is het? Een spi of een gen”? Ik lach: “een gennaker”. Dat is in ieder geval gelukt. Maarten heeft weer een uitdaging. Hij neemt de zak mee naar voren en samen met de andere heren wordt het ding gezet. Dat scheelt, de boot gaat anderhalve knoop sneller, ligt stabiel en het moreel gaat ook omhoog.
Als je zo lekker loopt onder een gennaker dan krijg je altijd last van een kruisend schip, zelfs op ruime wateren. Maar dit keer waren we er naar op zoek. Op de AIS hadden we een passagiersschip gespot en we hebben geprobeerd zo dichtbij als mogelijk te komen. Dat lukt natuurlijk maar matig, die dingen varen veel te hard. Gelukkig hoefden we hem niet te raken, in de buurt was voldoende om te checken of we GSM dekking konden krijgen.
We hebben kort telefoon verbinding maar geen internet. Ik gebruik het netwerk om een paar sms-jes te sturen naar huis. Om verwarring te voorkomen bel ik er achteraan om de korte teksten toe te lichten. Na een seconde of dertig is thuis weer weg, we zijn te ver van de ferry. Ik hoop maar dat ik een beetje duidelijk ben geweest en dat ze de andere wachtende echtgenotes op de hoogte kan brengen over het waarom van onze, voor hen verwarrende, AIS track.
We hebben afgesproken om te kijken of we Portugal wel in mogen, Faro of Lissabon zijn de kandidaten met veel vluchten naar Nederland. Bij Cartagena komen we weer in de buurt van land; en dus weer 4G. Tijd voor weerberichten, Portugese grensregels en contact met het thuisfront. De Guardia Civil meldt zich nog maar eens en we bevestigen dat we echt door zeilen. In Nederland ging niet bepaald de vlag uit. Daar zijn ook wat agenda’s in de war geschopt en dan is er ook nog de onverwachte spanning van een oceaantrip van hun partner. De Portugese douane informatie is vast uitstekend, maar dat is mijn Portugees niet. Ik heb geen idee of we welkom zijn, we gaan het meemaken.
Het weerbericht heb ik wel begrepen, er komt een Levante aan, de oostenwind. Dat is mooi maar doorgaans poeiert die stevig door en dat lijkt ook nu weer het geval te zijn. We gaan de zoveelste nacht in en ik heb mijn wachten samen met Simon. We hebben de wachten verdeeld en wij hebben de wacht van 21:00 tot 24:00 en van 03:00 tot 06:00.
De gennaker is gelukkig al weer een tijdje naar binnen verdwenen als we met 7,5 knoop we onder de Spaanse kust door schieten. De wind is bijna achterlijk en blaast nog met 20 knopen over het dek. Volgens de voorspelling gaat de wind zelfs nog een beetje meer zijn best doen; tijd om te reven. Waarom moet dat toch altijd ’s nachts? We beginnen met de genua maar eens een flink eind in te rollen. Simon draait de boot een beetje in de wind, ik ga naar voren en zet maar meteen twee reven in het grootzeil. Tegen de tijd dat alles is opgedoekt en de bulletalie weer staat ben ik zeiknat. Wat een klus is dat als je in een vest zit en aangelijnd bent. Normaal doe ik dit nooit, mijn vrouw is bij ons aan boord de voordekker. De boot is weer rustig en we lopen nog even snel.
Als we bij Gibraltar door de Middellandse Zee worden uitgespuugd staat er een stijve bries van 35 knopen. We ontvangen wat berichten uit Nederland. De Portugese grens schijnt ook gesloten te zijn voor iedereen uit Italië. Ik heb geen idee hoe streng de controles zijn. Het weer staat geen uitgebreide reacties toe. We moeten de koers iets in noordelijke richting verleggen. We zetten de kotterfok er bij en laten een puntje genua over als een soort kluiver. Het is feest aan boord. Hier is deze boot voor gebouwd, met ruim acht knopen stormen we op Cabo Sao Vicente af.
In Portugal worden de taken van de kustwacht uitgevoerd door de marine. Zodra we de Portugese wateren binnen varen worden we opgeroepen en gevraagd naar onze reis. Ze zijn duidelijk op zoek naar schepen met een Italiaanse reishistorie. Het heeft geen zin om te doen alsof we het niet begrijpen, anno 2020 is er ook op zee geen anonimiteit meer. Onze bestemming wordt The Netherlands.
Na Sao Vicente neemt de wind flink af. Dat geeft ons de gelegenheid om weersinformatie op te halen en de updates naar huis sturen. Nu onze bestemming definitief is geworden verandert de sfeer aan boord. Er is rust en iedereen komt in het ritme van de zee. De hengel gaat weer eens uit en we koken uitgebreider. Carst bakt een brood. De Portugese Noord is ook in quarantaine, denk ik. Hij houdt zich in ieder geval gedeisd. Waar mogelijk zeilen we naar het noorden en anders bewijst de Volvo goede diensten.
Vijf dagen nadat we er bij Gibraltar uit zijn gebeukt liggen we ter hoogte van La Coruña. Dat is een uitstekende locatie om met deze bemanning eens stevig de bloemetjes buiten te zetten. Helaas is dat ons niet gegeven. Van de andere kant loopt het team nu zo soepel, ik zou het niet graag doorbreken. In Biskaje komt er weer wind, eerst west, dan zuidwest, eerst rustig en tegen de tijd dat we bij Île d’Ouessant zijn waait het gewoon weer hard. Het maakt ons allemaal niks meer uit. Wij zijn één met de boot en parallel aan de shipping lanes vervolgen wij onze weg door Het Kanaal. Een tij mee, weer eentje tegen halen we onze herinneringen op aan een eerder episch bezoek aan Alderney.
Langzaam maar zeker komt Cap Griz Nez in beeld en we gaan stuurboord uit langs de kust. De ongelooflijke lelijkheid van de zware industrie bij Duinkerken en eindeloze rijen flats langs de Belgische kust kunnen ons niet deren. Het ritme aan boord is consequenter dan de eb en vloed en zo stromen wij de Westerschelde op. Zevenentwintig dagen na ons vertrek uit Griekenland draaien we ’s ochtends om half zes de sluiskom in langs het gebouw van de verkeerscentrale.
-“Sluis Hansweert, dit is zeiljacht Dutchman”;
-“Zeiljacht Dutchman, goedemorgen, zeg het maar“;
-“Goedemorgen, hier zeiljacht Dutchman, wij willen graag een schutting naar binnen“’;
-“Ik ga de stuurboord sluis voor u draaien. Met hoeveel personen bent u aan boord? Waar komt u vandaan en wat is uw bestemming”?