De kapitein heeft deze reis uitvoerig voorbereid. Naast materialen voor de boot, vliegtickets, contact met de werf, een ligplaats in Spanje, routeren, weerkaarten nu ook het inplannen van Covid-testen, gezondheidsverklaringen en het bijhouden van de updates van de Covid-regels in Spanje en Portugal. Robin ziet dat er een groot laag ontstaat. Z-ZW wind wordt voorspeld in plaats van de Portugese Noord. Dit biedt kansen!
Het vliegtuig is voor een kwart gevuld met passagiers. Bij de landing op Faro blijkt dat alle vereiste digitale en papieren gezondheidsverklaringen zo weer de prullenbak in kunnen. Alles moet opnieuw worden ingevuld. Er ontstaan lange rijen en mensen raken geïrriteerd. Als we aan de beurt zijn, vertelt de immigratie medewerker ons dat we nu 14 dagen in quarantaine moeten. Ik zeg ja ja, maar ik denk nee nee. Dit is nieuw voor ons!
Bij de werf in Lagos zijn we nog in vertwijfeling wat we nu moeten doen. Hoe streng wordt hier op gecontroleerd? Moeten we terug? Of is de boot ons huis, onze quarantaine plek en kunnen we verder? We willen niet het risico lopen in deze haven vast te komen zitten. La Vagabonde heeft hier vorig jaar immers drie maanden achter de gesloten brug gelegen. We besluiten om later aan de steiger bij de werf te gaan liggen in plaats van in de haven.
Als de boot te water is gelaten, bereiden Robin en Finn de boot voor. Toon en ik doen intussen boodschappen, genoeg voor een oceaan oversteek. De volgende ochtend tuigen we de boot op en Toon kookt vast vooruit. Mentaal en fysiek zou het beter zijn om nog een dag extra te hebben om ons voor te bereiden. Maar dit weervenster is te goed om te laten schieten. We doen de laatste noodzakelijke klusjes en vermoeid starten we de reis.
[ngg src=”galleries” ids=”11″ display=”basic_thumbnail”]Het begint hobbelig met korte golven van achter en lange golven van opzij. Voor de zekerheid zetten we een rif en de kotter en zo gaan we motorsailend verder. Robin en Toon gaan vermoeid slapen. Finn en ik houden wacht. Alles onder controle lijkt het. Finn en ik wisselen met hulp van Toon overdag de wachten af en Robin doet ’s nachts ook een wacht. De vermoeidheid van Robin gaat naadloos over in zeeziekte. De voordewindse koers met diesellucht in de kuip helpt daar niet bij. De grote oceaan golven laten ons zakken en dan rollen ze soepel onder ons door. Gelukkig zit er veel tijd tussen.
De volgende ochtend wordt het vissen voeren voor Robin. Verder vooral veel slapen, af en toe een zoute cracker en wat drinken. Finn, Toon en ik genieten van de dolfijnen, die ons regelmatig in grote aantallen bezoeken. De wind en de hoge golven nemen af. Later zeilen we ruime koers, krijgen we snelheid en de motor gaat uit. Dat verhoogt het comfort aan boord enorm. Robin knapt gelukkig wel iets op, al slaapt hij nog veel. Finn en Toon houden de wacht en luisteren muziek, terwijl ik kook. Finn maakt filmpjes van de dolfijnen voor het thuisfront, dat graag digitaal met ons mee op reis gaat.
’s Nachts heb ik de hondenwacht van 2400-0300 uur. Maar ik voel mij fit en het zeilen gaat supergoed. Ik besluit om Finn nog wat rust te gunnen, hij heeft al zoveel uren wacht gehouden deze reis. Om 0500 uur trekt de wind door. Ik maak Finn wakker en kort erna zetten we een rif. De volgende uren houden we samen wacht.
Als ik in de kajuit ga kijken hoe het met Robin gaat, kletsen we wat. We denken terug aan de tijd dat we hier lang geleden, maar dan met de Tyche, naar het zuiden voeren. Dat Robin toen ook knokte tegen de zeeziekte. Finn was destijds een klein blond mannetje van vier, dat vroeg wie er nog met hem kwam spelen. Nu dertien jaar later, brengt Finn in praktijk wat hij al die jaren aan boord heeft geleerd. We zijn trots op hoe hij veel meer dan zijn deel doet en maar ook op de manier waarop hij dat doet. Dan komt Finn de kajuit binnen. De kapitein vraagt hoe het met de kapitein gaat.