Sweetspots komen in allerlei vormen en gedaantes. Voor de een is het een plaats op aarde, voor de ander een plekje in z’n hoofd, of liggend tegen je partner. Voor weer een ander is het de dessertkaart in het restaurant. Een sweetspot is voor mij het moment waarop de juiste dingen samenvallen. Waar alle pijlen dezelfde kant op wijzen.
Als je jong en gezond bent, heb je zeeën van tijd om te dromen over grootse avonturen. Maar ja, dat geld. Uiteindelijk ben je een keer klaar met studeren, ga je werken en krijg je een positief saldo op je bankrekening. Je bent nog steeds gezond maar nu is het wel druk geworden. Er moet ook steeds meer. Dertig tropenjaren later ben je empty nester met tijd én centen, maar ja, je lichaam is niet meer zoals toen de dromen je ’s nachts wakker hielden.
Deze sweetspot ligt ergens in het midden van de driehoek des levens. Zeker als je droomt van zeezeilen, dat vraagt van een flinke dosis van alle drie. Het is fysiek zwaar en het kost veel tijd: de afstanden zijn gigantisch en fietsen is sneller. En zoals alle zeilers weten, alleen voor de wind hoef je niet te betalen.

Je moet dus gaan als het kan. Dat hebben we gedaan; we spijbelden al eens een jaar van onze maatschappelijke verantwoordelijkheden. Daarna ben je óf genezen van dit soort fratsen óf voorgoed verloren. Ik heb een kruisje gezet in het tweede vakje.
We gaan dus weer op pad. Langer en verder weg dan ooit. Met een betere boot dan ooit. En tijd zat, hopen we dan maar, want ook wij zijn geen vijfentwintig meer. Eens kijken of we onze sweetspot hebben gevonden.